Leefloon

Het recht op maatschappelijke integratie, vroeger het bestaansminimum genoemd, neemt concrete vorm aan in een baan, een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (in de vorm van een contract) of in de toekenning van het leefloon.

Om te kunnen genieten van het recht op maatschappelijke integratie moet de aanvrager aan alle van de volgende voorwaarden voldoen:

  1. Nationaliteit:
    Belg of staatloos zijn of erkend vluchteling of vreemdeling die is ingeschreven in het bevolkingsregister (met andere woorden in België gevestigd zijn), of burger zijn van de Europese Unie (of een familielid) die over een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden beschikt.
  2. Leeftijd:
    meerderjarig zijn, of minderjarig zijn maar ontvoogd door het huwelijk, of ongehuwd minderjarig zijn met één of meer kinderen ten laste, of minderjarig en zwanger zijn.
  3. Woonplaats:
    op gebruikelijke, permanente en legale wijze in België wonen.
  4. Onvoldoende bestaansmiddelen:
    niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken. De aanvrager mag geen aanspraak maken op voldoende bestaansmiddelen en mag niet in staat zijn om door zijn persoonlijke inspanningen of op een andere manier aan voldoende bestaansmiddelen te komen. Het OCMW berekent de bestaansmiddelen van de betrokken persoon overeenkomstig de reglementering. In bepaalde gevallen wordt er rekening gehouden met de bestaansmiddelen van de personen waarmee de betrokken persoon samenwoont.
  5. Werkbereidheid:
    de aanvrager moet bewijzen dat hij bereid is om te werken, tenzij hij omwille van gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan gaan werken. Een uitzondering wordt gemaakt voor jongeren onder de 25 jaar: als ze een geïndividualiseerd contract voor maatschappelijke integratie aangaan, beantwoorden ze aan de "werk"-voorwaarde. Dat contract kan betrekking hebben op een baan, een opleiding, studies...
  6. Uitputting van het recht op sociale voorzieningen:
    rechten doen gelden op de voorzieningen waarvan de betrokken persoon kan genieten volgens de sociale wetgeving (bijv.: pensioen, werkloosheidsuitkering).
  7. Uitputting van het recht op de kosten van levensonderhoud:
    in dat geval kan het OCMW de aanvrager verplichten zijn rechten te doen gelden ten aanzien van onderhoudsplichtigen (echtgenoot/echtgenote, ex-echtgenoot/echtgenote, ouders, kinderen).

 

De bedragen van het leefloon variëren naargelang de gezinssituatie van de betrokken persoon.

Categorie

Bedragen per maand (*)

 
Persoon die samenwoont met een gezin ten laste €1.111,62 Naast de indexering vormen de bedragen van het leefloon regelmatig het voorwerp van een herwaardering.
Alleenstaande persoon €833,71  
Persoon die samenwoont met één of meer personen €555,81 (*): Bedragen vastgesteld op 1 september 2015

 

Document acties